Eindelijk weer een minister van volkshuisvesting! We durven het weer uit te spreken: “volkshuisvesting”. Het lijkt een woord van vroeger, maar dat woord was niet verkeerd. En ook nu is er weer alle reden voor een meer sturende overheid als het gaat om het realiseren van woningen voor mensen, die anders geen enkele kans krijgen op de bizarre woningmarkt van dit moment. De prijzen van huizen rijzen de pan uit. Ook in Oegstgeest wordt inmiddels tegen de klippen op geboden voor een eenvoudige eengezinswoning.
Ik denk dat het nodig is dat er ook op lokaal niveau weer echte wethouders van volkshuisvesting komen. En nog belangrijker, dat zij deel uitmaken van een college, dat als geheel serieus werk wil maken en alles wil doen om het tekort aan woningen voor deze groepen van woningzoekenden op te lossen. Sinds 2014 is er in Oegstgeest geen enkele sociale huurwoning meer bijgebouwd. Te gek voor woorden.
Wij kunnen onmogelijk de hele regionale woningbehoefte in Oegstgeest oplossen, maar we kunnen wel, meer dan nu, tegemoetkomen aan de terechte wensen van Oegstgeester starters, middeninkomens of Oegstgeestenaren, die door hun leeftijd of handicap zijn aangewezen op rolstoel (of minimaal rollator) toe- en doorgankelijke woningen.
Wethouder Glasbeek in Oegstgeest was van “wonen”, maar werd keer op keer gedwarsboomd in zijn ambitie om dit probleem voortvarend op te lossen. Natuurlijk, ook ander belangen moeten worden meegewogen. In Oegstgeest wordt terecht veel waarde gehecht aan behoud van het groene en mooie karakter van het dorp. Maar dat betekent nog niet dat alles zo moet blijven als het nu is. Met een goede inpassing en ruime aandacht voor architectuur kan woningbouw op diverse plekken zelfs bijdragen aan een nog mooiere woonomgeving.
Er zitten nog een aantal plannen in de pijplijn, met name in Nieuw Rijngeest. Maar deze zijn onvoldoende om tegemoet te komen aan de grote vraag naar sociale huurwoningen en goedkopere koopwoningen. Nieuwbouwprojecten moeten voortaan 25% sociale huurwoningen bevatten (dit was 15%). En om de betaalbaarheid van woningen in Oegstgeest te vergroten ook nog eens 25% middeldure huurwoningen.
Mooi dat in de afgelopen collegeperiode hiertoe eindelijk besloten is! Maar het is niet genoeg. De woningmarkt van nu maakt het nodig dat deze percentages nog verder omhooggaan. Uit het Leids Dagblad van 19 januari jl. het volgende citaat: “De nieuwe norm waar de verantwoordelijk wethouders in de regio zich binnenkort over buigen, is 30 procent. En bovenop die 30 procent streven de bestuurders naar 20 procent middel dure huur tot 1000 euro per maand of goedkope koop tot 250.000 euro en 10 procent huurwoningen tot 1500 euro of koophuizen tussen de 250.000 en 325.000 euro.
De nieuwe percentages zijn nodig om het enorme tekort aan enigszins betaalbare woningen terug te dringen of in ieder geval niet verder op te laten lopen. Want tussen de 60 en 70 procent van de inwoners is aangewezen op woningen die als ’betaalbaar’ gelden en de corporaties hebben berekend dat het percentage sociale woningbouw zou moeten worden verhoogd tot minstens 35 procent om zowel in de behoefte te voorzien als de bestaande achterstand weg te werken”.
Oegstgeest kan hierbij niet achterblijven. Woningbouw, zeker in Oegstgeest, is een zaak van de lange adem. Ik mag hopen dat alles op alles wordt gezet om plannen in de pijplijn alsnog bij te stellen of dat op zijn minst een wethouder volkshuisvesting samen met zijn collega-wethouders er alles aan zal doen om in de komende collegeperiode bij nieuwe plannen deze percentages mogelijk te maken.
En vooral: maak tempo! Plannen worden te vaak door sommige politieke partijen gedwarsboomd of ernstig vertraagd. Luisteren naar omwonenden is goed en moet ook, maar steeds weer meehuilen met (vaak maar enkele) inwoners, die niets veranderd willen zien in hun directe woonomgeving betekent dat we het tekort aan vooral betaalbare woningen nooit zullen oplossen.
Anton van Kempen
Oud raadslid en oud-bestuursvoorzitter van Progressief Oegstgeest.